Feiten en fabels over slapen
Fabels of feiten? Sommige dingen worden vaak gezegd over slapen, maar kloppen helemaal niet. Hieronder vind je er een paar.
Heb je doordeweeks te kort geslapen? Met uitslapen haal je het zo weer in.
Helaas, was het maar zo. Dit is een fabel. Als je structureel te weinig slaapt, dan is het lastig om deze slaapschuld weer in te halen. Meer of langer uitslapen levert dan helaas weinig op. Met uitslapen voeg je vooral veel oppervlakkige droomslaap aan je slaap toe. Daarvan loopt je slaapschuld niet of nauwelijks terug. Het enige wat echt werkt, is structureel meer en beter slapen.
Lig je wakker? Blijven liggen, ook dan rust je uit!
Dit is een fabel, ondanks dat je moeder het je altijd vertelde. Ben je even wakker en val je snel weer in slaap? Dan is het prima om lekker in bed te blijven. Maar als het 15 tot 20 minuten duurt voor je weer in slaap valt, is het beter om even op te staan en aan iets anders te denken. Ga even naar een andere kamer en ontspan, bijvoorbeeld met muziek luisteren of lezen. Zodra je tot rust bent gekomen, kruip je weer lekker in je bed.
Hoe ouder je wordt, hoe minder slaap je nodig hebt
Dit is ook een fabel. Oudere mensen maken vaak kortere nachten. Dat betekent echter niet dat ze minder slaap nodig hebben. Wel verandert jouw slaappatroon als je ouder wordt. Je slaapt oppervlakkiger en wordt sneller wakker. Daarom doen veel oudere mensen regelmatig dutjes overdag. Zo compenseren ze het gebrek aan slaap in de nacht.
Een slaapmutsje is een goede manier om in te slapen
Dit is misschien wel de meest gebruikte fabel. Alcohol zorgt dat je versuft raakt en makkelijker inslaapt. Maar de kwaliteit van je slaap zal veel minder zijn. Je slaapt onrustiger en oppervlakkiger. Als gevolg daarvan word je minder uitgerust wakker.
|